Statenvertaling

Ezra 2:2-12 Statenvertaling (SV1750)

2. Dewelken kwamen met Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Seraja, Reelaja, Mordechai, Bilsan, Mizpar, Bigvai, Rehum en Baena. Dit is het getal der mannen des volks van Israel.

3. De kinderen van Paros, twee duizend honderd twee en zeventig.

4. De kinderen van Sefatja, driehonderd twee en zeventig.

5. De kinderen van Arach, zevenhonderd vijf en zeventig.

6. De kinderen van Pahath-moab, van de kinderen van Jesua-joab, twee duizend achthonderd en twaalf.

7. De kinderen van Elam, duizend tweehonderd vier en vijftig.

8. De kinderen van Zatthu, negenhonderd vijf en zestig.

9. De kinderen van Zakkai, zevenhonderd zestig.

10. De kinderen van Bani, zeshonderd twee en veertig.

11. De kinderen van Bebai, zeshonderd drie en twintig.

12. De kinderen van Azgad, duizend tweehonderd twee en twintig.