Statenvertaling

Ezechiël 27:2-4 Statenvertaling (SV1750)

2. Gij dan, mensenkind! hef een klaaglied op over Tyrus;

3. En zeg tot Tyrus, die daar woont aan de ingangen der zee, handelende met de volken in vele eilanden: Zo zegt de Heere HEERE: O Tyrus! gij zegt: Ik ben volmaakt in schoonheid.

4. Uw landpalen zijn in het hart der zeeen; uw bouwers hebben uw schoonheid volkomen gemaakt.