Statenvertaling

Exodus 25:6-17 Statenvertaling (SV1750)

6. Olie tot den luchter, specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen;

7. Sardonixstenen, en vervullende stenen tot den efod, en tot den borstlap.

8. En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone.

9. Naar al wat Ik u tot een voorbeeld dezes tabernakels, en een voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult gijlieden dat maken.

10. Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.

11. En gij zult ze met louter goud overtrekken, van binnen en van buiten zult gij ze overtrekken; en gij zult op dezelve een gouden krans maken rondom heen.

12. En giet voor haar vier gouden ringen, en zet die aan haar vier hoeken, alzo dat twee ringen op de ene zijde derzelve zijn, en twee ringen op haar andere zijde.

13. En maak handbomen van sittimhout, en overtrek ze met goud.

14. En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark zijn, dat men de ark daarmede drage.

15. De draagbomen zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet uitgetogen worden.

16. Daarna zult gij in de ark leggen de getuigenis, die Ik u geven zal.

17. Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee ellen en een halve zal deszelfs lengte zijn, en anderhalve el deszelfs breedte.