Statenvertaling

Efeziërs 5:30-33 Statenvertaling (SV1750)

30. Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.

31. Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen.

32. Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.

33. Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie, dat zij den man vreze.