Statenvertaling

Deuteronomium 33:12 Statenvertaling (SV1750)

En van Benjamin zeide hij: De beminde des HEEREN, hij zal zeker bij Hem wonen. Hij zal hem den gansen dag overdekken, en tussen Zijn schouders zal hij wonen!

Deuteronomium 33

Deuteronomium 33:3-21