Statenvertaling

Deuteronomium 32:31-34 Statenvertaling (SV1750)

31. Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze vijanden rechters zijnde.

32. Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien.

33. Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift.

34. Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?