Statenvertaling

Deuteronomium 28:1-7 Statenvertaling (SV1750)

1. En het zal geschieden, indien gij der stem des HEEREN, uws Gods, vlijtiglijk zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebiede, zo zal de HEERE, uw God, u hoog zetten boven alle volken der aarde.

2. En al deze zegeningen zullen over u komen, en u aantreffen, wanneer gij der stem des HEEREN uws Gods, zult gehoorzaam zijn.

3. Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld.

4. Gezegend zal zijn de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, en de vrucht uwer beesten, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee.

5. Gezegend zal zijn uw korf, en uw baktrog.

6. Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan.

7. De HEERE zal geven uw vijanden, die tegen u opstaan, geslagen voor uw aangezicht; door een weg zullen zij tot u uittrekken, maar door zeven wegen zullen zij voor uw aangezicht vlieden.