Statenvertaling

Amos 2:11-16 Statenvertaling (SV1750)

11. En Ik heb sommigen uit uw zonen tot profeten verwekt, en uit uw jongelingen tot Nazireen; is dit niet alzo, gij kinderen Israels? spreekt de HEERE.

12. Maar gijlieden hebt aan de Nazireen wijn te drinken gegeven, en gij hebt den profeten geboden, zeggende: Gij zult niet profeteren.

13. Ziet, Ik zal uw plaatsen drukken, gelijk als een wagen drukt, die vol garven is.

14. Zodat de snelle niet zal ontvlieden, en de sterke zijn kracht niet verkloeken, en een held zal zijn ziel niet bevrijden.

15. En die den boog handelt, zal niet bestaan, en die licht is op zijn voeten, zal zich niet bevrijden; ook zal, die te paard rijdt, zijn ziel niet bevrijden.

16. En de kloekhartigste onder de helden zal te dien dage naakt heenvlieden, spreekt de HEERE.