Statenvertaling

2 Thessalonicenzen 1:1-6 Statenvertaling (SV1750)

1. Paulus, en Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke is in God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus:

2. Genade zij u, en vrede, van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.

3. Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, gelijk billijk is, omdat uw geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt;

4. Alzo dat wij zelven van u roemen in de Gemeenten Gods, over uw lijdzaamheid en geloof in al uw vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt;

5. Een bewijs van Gods rechtvaardig oordeel, opdat gij waardig geacht wordt het Koninkrijk Gods, voor hetwelk gij ook lijdt;

6. Alzo het recht is bij God verdrukking te vergelden dengenen, die u verdrukken;