Statenvertaling

2 Samuël 10:2 Statenvertaling (SV1750)

Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas, gelijk als zijn vader weldadigheid aan mij gedaan heeft. Zo zond David heen, om hem door den dienst zijner knechten te troosten over zijn vader. En de knechten van David kwamen in het land van de kinderen Ammons.

2 Samuël 10

2 Samuël 10:1-11