Statenvertaling

2 Kronieken 11:4-12 Statenvertaling (SV1750)

4. Zo zegt de HEERE: Gij zult niet optrekken, noch strijden tegen uw broederen; een ieder kere weder tot zijn huis, want deze zaak is van Mij geschied. En zij hoorden de woorden des HEEREN, en zij keerden weder van tegen Jerobeam te trekken.

5. Rehabeam nu woonde te Jeruzalem; en hij bouwde steden tot vastigheden in Juda.

6. Hij bouwde nu Bethlehem, en Etham, en Thekoa,

7. En Beth-zur, en Socho, en Adullam,

8. En Gath, en Maresa, en Zif,

9. En Adoraim, en Lachis, en Azeka,

10. En Zora, en Ajalon, en Hebron; dewelke in Juda en in Benjamin de vaste steden waren.

11. En hij sterkte deze vastigheden, en leide oversten daarin, en schatten van spijs, en olie, en wijn;

12. En in elke stad rondassen en spiesen, en sterkte ze gans zeer; zo was Juda, en Benjamin zijne.