Statenvertaling

2 Koningen 25:15-19 Statenvertaling (SV1750)

15. En de overste der trawanten nam weg de wierookvaten en de sprengbekkens, wat geheel goud en wat geheel zilver was.

16. De twee pilaren, de ene zee, en de stellingen, die Salomo voor het huis des HEEREN gemaakt had; het koper van al deze vaten was zonder gewicht.

17. De hoogte van een pilaar was achttien ellen, en het kapiteel daarop was koper; en de hoogte des kapiteels was drie ellen; en het net, en de granaatappelen op het kapiteel rondom, waren alle van koper; en dezen gelijk had de andere pilaar, met het net.

18. Ook nam de overste der trawanten Seraja, den hoofdpriester, en Zefanja, den tweeden priester, en de drie dorpelbewaarders.

19. En uit de stad nam hij een hoveling, die over de krijgslieden gesteld was, en vijf mannen uit degenen, die des konings aangezicht zagen, die in de stad gevonden werden, mitsgaders den oversten schrijver des heirs, die het volk des lands ten oorlog opschreef, en zestig mannen van het volk des lands, die in de stad gevonden werden.