Statenvertaling

2 Koningen 10:13 Statenvertaling (SV1750)

Vond Jehu de broederen van Ahazia, den koning van Juda, en hij zeide: Wie zijt gijlieden? En zij zeiden: Wij zijn de broederen van Ahazia, en zijn afgekomen, om de zonen des konings en de zonen der koningin te groeten.

2 Koningen 10

2 Koningen 10:5-20