Statenvertaling

1 Thessalonicenzen 5:3-7 Statenvertaling (SV1750)

3. Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden;

4. Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen.

5. Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.

6. Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn.

7. Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken;