Statenvertaling

1 Thessalonicenzen 3:7-11 Statenvertaling (SV1750)

7. Zo zijn wij daarom, broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost geworden door uw geloof;

8. Want nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere.

9. Want wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven voor u, vanwege al de blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden voor onzen God?

10. Nacht en dag zeer overvloediglijk biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, hetgeen aan uw geloof ontbreekt.

11. Doch onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus richte onzen weg tot u.