Statenvertaling

1 Petrus 2:16-19 Statenvertaling (SV1750)

16. Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God.

17. Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning.

18. Gij huisknechten, zijt met alle vreze onderdanig den heren, niet alleen den goeden en bescheidenen, maar ook den harden.

19. Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte.