Statenvertaling

1 Kronieken 8:1-12 Statenvertaling (SV1750)

1. Benjamin nu gewon Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, den tweede, en Ahrah, den derde,

2. Naho, den vierde, en Rafa, den vijfde,

3. Bela nu had deze kinderen: Addar, en Gera, en Abihud,

4. En Abisua, en Naaman, en Ahoah,

5. En Gera, en Sefufan, en Huram.

6. Dezen nu zijn de kinderen van Ehud; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Geba, en hij voerde hen over naar Manahath;

7. En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud.

8. En Saharaim gewon kinderen in het land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden had) uit Husim en Baara, zijn vrouwen;

9. En uit Hodes, zijn huisvrouw, gewon hij Jobab, en Zibja, en Mesa, en Malcham,

10. En Jeuz, en Sochja, en Mirma; dezen zijn zijne zonen, hoofden der vaderen.

11. En uit Husim gewon hij Abitub en Elpaal.

12. De kinderen van Elpaal nu waren Eber, en Misam, en Semed; deze heeft Ono gebouwd, en Lod en haar onderhorige plaatsen;