Statenvertaling

1 Kronieken 6:53-71 Statenvertaling (SV1750)

53. Zadok zijn zoon; Ahimaaz zijn zoon.

54. En dit waren hun woningen, naar hun kastelen, in hun landpalen, namelijk van de zonen van Aaron, van het huisgezin der Kahathieten, want dat lot was voor hen.

55. En zij gaven hun Hebron, in het land van Juda, en haar voorsteden rondom dezelve.

56. Maar het veld der stad, en haar dorpen, gaven zij Kaleb, den zoon van Jefunne.

57. En den kinderen van Aaron gaven zij steden van Juda, de vrijstad Hebron, en Libna en haar voorsteden, en Jattir en Esthemoa, en haar voorsteden,

58. En Hilen en haar voorsteden, en Debir en haar voorsteden,

59. En Asan en haar voorsteden, en Beth-semes en haar voorsteden.

60. Van den stam van Benjamin nu: Geba en haar voorsteden, en Allemeth en haar voorsteden, en Anathoth en haar voorsteden. Al hun steden, in hun huisgezinnen, waren dertien steden.

61. Maar de kinderen van Kahath, die overgebleven waren, hadden van het huisgezin van den stam, uit den halven stam van half Manasse, bij het lot, tien steden.

62. En de kinderen van Gerson, naar hun huisgezinnen, hadden van den stam van Issaschar, en van den stam van Aser, en van den stam van Nafthali, en van den stam van Manasse in Basan, dertien steden.

63. De kinderen van Merari, naar hun huisgezinnen, hadden van den stam van Ruben, en van den stam van Gad, en van den stam van Zebulon, bij het lot, twaalf steden.

64. Alzo gaven de kinderen Israels aan de Levieten deze steden en haar voorsteden.

65. En zij gaven ze bij het lot, van den stam der kinderen van Juda, en van den stam der kinderen van Simeon, en van den stam der kinderen van Benjamin, deze steden, dewelke zij bij namen noemden.

66. Aan de overigen nu, uit de huisgezinnen der kinderen van Kahath, dien gewerden steden hunner landpale, van den stam van Efraim.

67. Want zij gaven hun van de vrijsteden, Sichem en haar voorsteden op het gebergte van Efraim, en Gezer en haar voorsteden,

68. En Jokmeam en haar voorsteden, en Beth-horon en haar voorsteden,

69. En Ajalon en haar voorsteden, en Gath-rimmon en haar voorsteden.

70. En uit den halven stam van Manasse: Aner en haar voorsteden, en Bileam en haar voorsteden. De huisgezinnen der overige kinderen van Kahath hadden deze steden:

71. De kinderen van Gerson hadden van de huisgezinnen van den halven stam van Manasse: Golan in Basan en haar voorsteden, en Astharoth, en haar voorsteden.