Statenvertaling

1 Kronieken 6:2-18 Statenvertaling (SV1750)

2. De kinderen van Kahath nu waren Amram, Jizhar, en Hebron, en Uzziel.

3. En de kinderen van Amram waren Aaron, en Mozes en Mirjam; en de kinderen van Aaron waren Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar.

4. En Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon Abisua;

5. En Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;

6. En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja gewon Merajoth;

7. En Merajoth gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub;

8. En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaaz;

9. En Ahimaaz gewon Azarja, en Azarja gewon Johanan;

10. En Johanan gewon Azarja. Hij is het, die het priesterambt bediende in het huis, dat Salomo te Jeruzalem gebouwd had.

11. En Azarja gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub;

12. En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Sallum;

13. En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja;

14. En Azarja gewon Seraja, en Seraja gewon Jozadak;

15. En Jozadak ging mede, als de HEERE Juda en Jeruzalem gevankelijk wegvoerde door de hand van Nebukadnezar.

16. Zo zijn dan de kinderen van Levi: Gerson, Kahath en Merari.

17. En dit zijn de namen der zonen van Gerson: Libni en Simei.

18. En de kinderen van Kahath waren Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel.