Statenvertaling

1 Kronieken 4:1-7 Statenvertaling (SV1750)

1. De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal.

2. En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;

3. En dezen zijn van den vader Etam: Jizreel, en Isma, en Idbas; en de naam hunner zuster was Hazelelponi.

4. En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem.

5. Asschur nu, de vader van Thekoa, had twee vrouwen, Hela en Naara.

6. En Naara baarde hem Ahuzzam, en Hefer, en Temeni, en Haahastari. Dit zijn de kinderen van Naara.

7. En de kinderen van Hela waren Zereth, Jezohar, en Ethnan.