Statenvertaling

1 Kronieken 2:48-55 Statenvertaling (SV1750)

48. Uit het bijwijf Maacha gewon Kaleb: Seber en Tirhana.

49. En de huisvrouw van Saaf, den vader van Madmanna, baarde Seva, den vader van Machbena, en den vader van Gibea; en de dochter van Kaleb was Achsa.

50. Dit waren de kinderen van Kaleb, den zoon van Hur, den eerstgeborene van Efratha: Sobal, de vader van Kirjath-jearim;

51. Salma, de vader der Bethlehemieten; Haref, de vader van Beth-gader.

52. De kinderen van Sobal, den vader van Kirjath-jearim, waren Haroe en Hazihammenuchoth.

53. En de geslachten van Kirjath-jearim waren de Jithrieten, en de Futhieten, en de Sumathieten, en de Misraieten; van dezen zijn uitgegaan de Zoraieten en de Esthaolieten.

54. De kinderen van Salma waren de Bethlehemieten, en de Netofathieten, Atroth, Beth-joab, en de helft der Manathieten, en de Zorieten.

55. En de huisgezinnen der schrijvers, die te Jabes woonden, de Tirathieten, de Simeathieten, de Suchathieten; dezen zijn de Kenieten, die gekomen zijn van Hammath, den vader van het huis van Rechab.