Statenvertaling

1 Kronieken 10:5-10 Statenvertaling (SV1750)

5. Toen zijn wapendrager zag, dat Saul dood was, zo viel hij ook in het zwaard en stierf.

6. Alzo stierf Saul en zijn drie zonen; ook zijn ganse huis is tegelijk gestorven.

7. Als al de mannen van Israel, die in het dal waren, zagen, dat zij gevloden waren, en dat Saul en zijn zonen dood waren, zo verlieten zij hun steden, en zij vloden. Toen kwamen de Filistijnen en woonden daarin.

8. Het geschiedde nu des anderen daags, als de Filistijnen kwamen om de verslagenen te plunderen, zo vonden zij Saul en zijn zonen, liggende op het gebergte Gilboa.

9. En zij plunderden hem, en zij namen zijn hoofd en zijn wapenen, en zij zonden ze in der Filistijnen land rondom, om dit te boodschappen aan hun afgoden, en aan het volk.

10. En zij leiden zijn wapenen in het huis huns gods; en zijn hoofd hechtten zij in het huis van Dagon.