16. En nu begeer ik van u een enige begeerte; wijs mijn aangezicht niet af. En zij zeide tot hem: Spreek.
17. En hij zeide: Spreek toch tot den koning Salomo, want hij zal uw aangezicht niet afwijzen, dat hij mij Abisag, de Sunamietische, ter vrouwe geve.
18. En Bathseba zeide: Het is goed, ik zal den koning voor u aanspreken.