Statenvertaling

1 Corinthiërs 8:1-5 Statenvertaling (SV1750)

1. Aangaande nu de dingen, die den afgoden geofferd zijn, wij weten, dat wij allen te zamen kennis hebben. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht.

2. En zo iemand meent iets te weten, die heeft nog niets gekend, gelijk men behoort te kennen.

3. Maar zo iemand God liefheeft, die is van Hem gekend.

4. Aangaande dan het eten der dingen, die den afgoden geofferd zijn, wij weten, dat een afgod niets is in de wereld, en dat er geen ander God is dan een.

5. Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden, hetzij in den hemel, hetzij op de aarde (gelijk er vele goden en vele heren zijn),