Statenvertaling

1 Corinthiërs 3:16-21 Statenvertaling (SV1750)

16. Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?

17. Zo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt.

18. Niemand bedriege zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden.

19. Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid;

20. En wederom: De Heere kent de overleggingen der wijzen, dat zij ijdel zijn.

21. Niemand dan roeme op mensen; want alles is uwe.