Statenvertaling

1 Corinthiërs 3:15-23 Statenvertaling (SV1750)

15. Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur.

16. Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?

17. Zo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt.

18. Niemand bedriege zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden.

19. Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid;

20. En wederom: De Heere kent de overleggingen der wijzen, dat zij ijdel zijn.

21. Niemand dan roeme op mensen; want alles is uwe.

22. Hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Cefas, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe.

23. Doch gij zijt van Christus, en Christus is Gods.