Statenvertaling

1 Corinthiërs 12:19-22 Statenvertaling (SV1750)

19. Waren zij alle maar een lid, waar zou het lichaam zijn?

20. Maar nu zijn er wel vele leden, doch maar een lichaam.

21. En het oog kan niet zeggen tot de hand: Ik heb u niet van node; of wederom het hoofd tot de voeten: Ik heb u niet van node.

22. Ja veeleer, de leden, die ons dunken de zwakste des lichaams te zijn, die zijn nodig.