Statenvertaling

1 Corinthiërs 10:31-33 Statenvertaling (SV1750)

31. Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods.

32. Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods.

33. Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn eigen voordeel, maar het voordeel van velen, opdat zij mochten behouden worden.