NBG-vertaling 1951

Zacharia 1:19-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Toen vroeg ik de engel die met mij sprak: Wat betekent dit? Hij zeide daarop tot mij: Dit zijn de horens die Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben.

20. Vervolgens deed de Here mij vier smeden zien.

21. Toen vroeg ik: Wat komen dezen doen? En hij zeide: Dat waren dus de horens die Juda zo verstrooid hebben, dat niemand zijn hoofd kon opheffen; maar zij zijn gekomen om hen te verschrikken, om neer te slaan de horens van de volken, die hun horen hebben verheven tegen het land Juda, om het te verstrooien.