NBG-vertaling 1951

Spreuken 8:32-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. Nu dan, zonen, luistert naar mij,want welzalig zijn zij die mijn wegen bewaren.

33. Hoort naar de vermaning, dan wordt gij wijs,slaat haar niet in de wind.

34. Welzalig de mens die naar mij luistert,dag aan dag wachthoudende aan mijn deuren,bewakende de posten van mijn poorten.

35. Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden,hij heeft van de Here welgevallen verkregen.

36. Maar wie mij mist, doet zijn leven geweld aan;allen die mij haten, hebben de dood lief.