NBG-vertaling 1951

Spreuken 4:14-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. Kom niet op het pad der goddelozen,betreed de weg der bozen niet.

15. Mijd die, ga er niet over;wijk ervan af en ga voorbij.

16. Want zij kunnen niet slapen,wanneer zij geen kwaad kunnen doen;hun slaap wordt hun ontnomen,wanneer zij niet iemand kunnen doen struikelen;

17. want zij eten brood der goddeloosheiden drinken wijn van gewelddadigheid.

18. Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht,dat steeds helderder straalt tot de volle dag.

19. De weg der goddelozen is als duisternis;zij weten niet, waarover zij kunnen struikelen.

20. Mijn zoon, sla acht op mijn woorden,neig uw oor tot mijn uitspraken;

21. laat ze niet wijken uit uw ogen,bewaar ze diep in uw hart.

22. Want zij zijn leven voor wie ze vinden,genezing voor hun ganse lichaam.