NBG-vertaling 1951

Spreuken 31:27-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding,het brood der traagheid eet zij niet.

28. Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig,ook haar man roemt haar:

29. Vele dochters gedragen zich wakker,maar gij overtreft haar alle!

30. Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid,maar een vrouw die de Here vreest, die is te prijzen.

31. Geeft haar van de vrucht harer handen,dat haar daden haar roemen in de poorten!