27. de sprinkhanen hebben geen koning,toch trekken zij gezamenlijk in goede orde op;
28. de hagedis kan men met de hand grijpen,toch is zij in des konings paleizen.
29. Deze drie hebben een statige tred,ja, vier een statige gang:
30. de leeuw, de held onder de dieren,die voor niets of niemand terugdeinst;