NBG-vertaling 1951

Spreuken 30:14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

een geslacht, welks tanden zwaarden, welks gebit messen zijn,om de ellendigen te verteren,zodat er geen meer zijn in het land,en geen nooddruftigen onder de mensen.

Spreuken 30

Spreuken 30:6-15