NBG-vertaling 1951

Spreuken 2:15-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. wier paden krom zijnen die op hun dwaalwegen gaan;

16. om u te redden van de vreemde vrouw,van de onbekende die gladde woorden spreekt,

17. die de echtvriend van haar jeugd verlaaten het verbond van haar God vergeet;

18. want haar huis zinkt weg naar de dood,haar paden voeren naar de schimmen;

19. niet één van allen die tot haar gaan, keert weder,en zij bereiken de paden des levens niet;

20. opdat gij de weg der goeden bewandelten de paden der rechtvaardigen bewaart.

21. Want de oprechten zullen het land bewonenen de vromen zullen daarin overblijven,

22. maar de goddelozen zullen uit het land worden uitgeroeiden de trouwelozen zullen eruit worden weggerukt.