NBG-vertaling 1951

Spreuken 11:13-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Wie met laster omgaat, verraadt geheimen;maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen.

14. Als beleid ontbreekt, komt het volk ten val;maar er is redding, als er vele raadgevers zijn.

15. Slecht vergaat het hem die borg is voor een vreemde,maar wie de handslag vermijdt, gaat veilig.

16. Een bevallige vrouw verkrijgt eer,zo verkrijgen de geweldigen rijkdom.

17. Een weldadig man doet zichzelf wèl,maar wie onbarmhartig is, kwelt zijn eigen vlees.

18. De goddeloze maakt winst die niet gedijt,maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin.

19. Ware gerechtigheid strekt ten leven,maar wie het kwaad najaagt, hem strekt het ten dode.

20. De verkeerden van hart zijn de Here een gruwel,maar de oprechten van wandel zijn Hem welgevallig.