NBG-vertaling 1951

Romeinen 8:13-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven.

14. Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods.

15. Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader.

16. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.

17. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.

18. Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.

19. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.

20. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om (de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft,