NBG-vertaling 1951

Romeinen 16:7-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Groet Andronikus en Junias, mijn stamgenoten en medegevangenen, mannen onder de apostelen in aanzien, die reeds vóór mij in Christus geweest zijn.

8. Groet Ampliatus, mijn geliefde in de Here.

9. Groet Urbanus, onze medewerker in Christus, en mijn geliefde Stachys.

10. Groet Apelles, die in Christus beproefd gebleken is. Groet hen, die behoren tot de kring van Aristobulus.

11. Groet mijn stamgenoot Herodion. Groet hen, die behoren tot de kring van Narcissus, die in de Here zijn.

12. Groet Tryfena en Tryfosa, vrouwen, die zich moeite gegeven hebben in de Here. Groet de geliefde Persis, die zich veel moeite gegeven heeft in de Here.

13. Groet Rufus, de uitverkorene in de Here, met zijn moeder, die ook voor mij een moeder is.

14. Groet Asynkritus, Flegon, Hermes, Patrobas, Hermas, en de broeders bij hen.

15. Groet Filologus, en Julia, Nereus met zijn zuster, en Olympas, benevens al de heiligen, die bij hen zijn.

16. Groet elkander met de heilige kus. U groeten al de gemeenten van Christus.

17. Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen.

18. Want zulke lieden dienen niet onze Here Christus, maar hun eigen buik, en misleiden door hun schoonklinkende en vrome taal de harten der argelozen.

19. Want uw gehoorzaamheid is bij allen bekend geworden. Over u verblijd ik mij dus, doch ik wil, dat gij niet alleen wijs zijt tot het goede, maar ook onbesmet van het kwade.

20. De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij met u!

21. Mijn medearbeider Timoteüs en mijn stamgenoten Lucius, Jason en Sosipater, groeten u.