NBG-vertaling 1951

Romeinen 15:7-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Daarom, aanvaardt elkander, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods.

8. Ik bedoel namelijk, dat Christus ter wille van de waarachtigheid Gods een dienaar van besnedenen geweest is, om de beloften, aan de vaderen gedaan, te bevestigen,

9. en dat de heidenen God ter wille van zijn ontferming gaan verheerlijken, gelijk geschreven staat:Daarom zal ik U loven onder de heidenen en uw naam met snarenspel prijzen.

10. En verder zegt Hij:Verheugt u, heidenen, met zijn volk.

11. En verder:Looft, al gij heidenen, de Here, en laten alle volken Hem prijzen.

12. En verder zegt Jesaja:Komen zal de wortel van Isaï, en Hij, die opstaat, om over de heidenen te regeren; op Hem zullen de heidenen hopen.