NBG-vertaling 1951

Richteren 9:47-55 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

47. en aan Abimelek werd meegedeeld, dat al de burgers van Sichem-Toren daar verzameld waren.

48. Toen beklom Abimelek met al zijn krijgsvolk de berg Salmon; Abimelek nam een bijl ter hand, hieuw boomtakken af, nam die op, legde ze op zijn schouder en zeide tot zijn krijgsvolk: Haast u om te doen, wat gij mij hebt zien doen.

49. Daarop hieuw ook ieder van de manschappen takken af en zij volgden Abimelek, legden ze op het gewelf en staken het gewelf boven hen in brand. Zo stierven ook al de inwoners van Sichem-Toren, ongeveer duizend mannen en vrouwen.

50. Vervolgens trok Abimelek naar Tebes, belegerde het en nam het in.

51. Er stond echter een sterke toren midden in de stad, en alle mannen en vrouwen, alle burgers der stad, vluchtten daarheen; zij sloten de deur achter zich en klommen op het plat van de toren.

52. Toen kwam Abimelek bij de toren, deed er een aanval op, en drong door tot de ingang van de toren om die in brand te steken.

53. Toen wierp een vrouw een bovenste molensteen op het hoofd van Abimelek en verbrijzelde hem de schedel.

54. IJlings riep hij de dienaar die zijn wapenen droeg, en zeide tot hem: Trek uw zwaard en dood mij, opdat men niet van mij zegge: Een vrouw heeft hem gedood. Toen doorstak zijn dienaar hem, zodat hij stierf.

55. Toen de mannen van Israël zagen, dat Abimelek dood was, gingen zij heen, ieder naar zijn woonplaats.