NBG-vertaling 1951

Richteren 6:35-40 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

35. Ook zond hij boden uit door geheel Manasse, en ook dat werd opgeroepen om hem te volgen. Ook zond hij boden uit door Aser, Zebulon en Naftali, en dezen trokken op om zich bij hen aan te sluiten.

36. Toen zeide Gideon tot God: Indien Gij door mijn hand Israël wilt verlossen, zoals Gij gezegd hebt –

37. zie, ik leg een vlies wol op de dorsvloer; wanneer er alleen op het vlies dauw zal zijn, maar het gehele land droog blijft, dan zal ik weten, dat Gij door mijn hand Israël verlossen wilt, zoals Gij gezegd hebt.

38. En zo geschiedde het; de volgende morgen stond hij vroeg op en wrong het vlies uit; hij perste dauw uit het vlies, een schaal vol water.

39. Toen zeide Gideon tot God: Uw toorn ontbrande niet tegen mij, moge ik nog slechts ditmaal spreken; laat mij nog eenmaal met het vlies een proef nemen; laat nu alleen het vlies droog blijven, maar op het gehele land zij dauw.

40. En God deed alzo in die nacht; alleen het vlies was droog, maar op het gehele land was dauw.