NBG-vertaling 1951

Psalmen 58:7-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. O, God, verbrijzel hun tanden in hun mond,sla de hoektanden der jonge leeuwen uit, Here;

8. laten zij vergaan als water dat wegvloeit;legt hij zijn pijlen aan, dan mogen zij als afgestompt zijn;

9. laten zij vergaan als een slak die voortkruipend wegsmelt,als de misdracht van een vrouw, die de zon niet heeft gezien;

10. voordat uw potten de dorens bemerken,zowel groen als verschroeid, stormt Hij hen weg.

11. De rechtvaardige zal zich verheugen,wanneer hij de wraak aanschouwt;hij zal zijn voeten wassen in het bloed van de goddeloze.

12. En de mensen zullen zeggen:Toch is er loon voor de rechtvaardige,toch is er een God, die recht doet op aarde.