NBG-vertaling 1951

Psalmen 38:1-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Een psalm van David. Bij het gedenkoffer.

2. Here, straf mij niet in uw toorn,en kastijd mij niet in uw grimmigheid;

3. want uw pijlen zijn op mij nedergekomen,uw hand is op mij neergedaald.

4. Niets is meer gezond aan mijn vlees vanwege uw gramschap,niets is heel aan mijn gebeente vanwege mijn zonde;

5. want mijn ongerechtigheden zijn over mijn hoofd gegaan,als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.

6. Mijn wonden stinken, zij etterenvanwege mijn verdwaasdheid;

7. ik ben gebogen, zeer diep gebukt,ik ga de ganse dag in het zwart.

8. Want mijn lendenen zijn vol ontsteking,niets is meer gezond aan mijn vlees;

9. ik ben uitgeput, volslagen verbrijzeld,ik brul het uit vanwege het bonzen van mijn hart.

10. Here, al mijn verlangen ligt voor U open,mijn zuchten is voor U niet verborgen;

11. mijn hart slaat hevig, mijn kracht begeeft mij,zelfs het licht van mijn ogen moet ik missen.

12. Mijn vrienden en bekenden staan afzijdig van mijn plaag,zelfs mijn verwanten staan van verre.

13. Wie mij naar het leven staan, spannen mij strikken,wie mijn onheil begeren, spreken van verderf,en zinnen de ganse dag op bedrog.