NBG-vertaling 1951

Psalmen 28:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Van David.Tot U roep ik, Here, mijn rots;wend U niet zwijgend van mij af,opdat ik niet, als Gij tegen mij blijft zwijgen,worde als zij die in de groeve nederdalen.

2. Hoor naar mijn luide smekingen,als ik tot U roep om hulp,en mijn handen ophefnaar uw binnenste heiligdom.

3. Ruk mij niet weg met de goddelozen,noch met de bedrijvers van ongerechtigheid,die met hun naasten vriendelijk spreken,terwijl boosheid in hun hart is.

4. Geef hun naar hun handelingen naar hun schandelijk gedrag;geef hun naar het werk van hun handen,vergeld hun naar hun doen.

5. Omdat zij niet letten op de daden des Herennoch op het werk zijner handen,zal Hij hen afbrekenen hen niet opbouwen.