NBG-vertaling 1951

Psalmen 147:6-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. De Here houdt de ootmoedigen staande,maar Hij vernedert de goddelozen ter aarde toe.

7. Zingt de Here een loflied toe,psalmzingt onze God met de citer,

8. Hem, die de hemel met wolken bedekt,die voor de aarde regen bereidt,die op de bergen gras doet uitspruiten,

9. die het vee zijn voeder geeft,de jonge raven, als zij roepen.

10. Hij heeft geen welgevallen aan de kracht van het paard,noch behagen in de benen van de man;

11. de Here heeft welbehagen in wie Hem vrezen,die op zijn goedertierenheid hopen.