NBG-vertaling 1951

Psalmen 118:12-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. zij omringden mij als bijen,zij werden als een doornenvuur uitgeblust –in de naam des Heren heb ik ze neergehouwen.

13. Gij hadt mij wel duchtig gestoten, tot vallens toe,maar de Here heeft mij geholpen.

14. De Here is mijn sterkte en mijn psalm,Hij is mij tot heil geweest.

15. Hoort! jubellied en zegezangin de tenten der rechtvaardigen:De rechterhand des Heren doet krachtige daden,

16. de rechterhand des Heren verhoogt,de rechterhand des Heren doet krachtige daden!

17. Ik zal niet sterven, maar levenen ik zal de daden des Heren vertellen.

18. De Here heeft mij zwaar gekastijd,maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven.

19. Ontsluit mij de poorten der gerechtigheid,ik zal daardoor binnengaan, ik zal de Here loven.

20. Dit is de poort des Heren,de rechtvaardigen gaan daardoor binnen.

21. Ik loof U, omdat Gij mij geantwoord hebten mij tot heil geweest zijt.

22. De steen die de bouwlieden versmaad hebben,is tot een hoeksteen geworden;

23. van de Here is dit geschied,het is wonderlijk in onze ogen.

24. Dit is de dag die de Here gemaakt heeft;laten wij juichen en ons daarover verheugen.

25. Och Here, geef toch heil,och Here, geef toch voorspoed!

26. Gezegend hij, die komt in de naam des Heren;wij zegenen u uit het huis des Heren.