NBG-vertaling 1951

Psalmen 11:3-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Wanneer de grondslagen zijn vernield,wat kan dan de rechtvaardige doen?

4. De Here woont in zijn heilig paleis,de Here heeft in de hemel zijn troon;zijn ogen slaan gade,zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen.

5. De Here toetst de rechtvaardige en de goddeloze;en wie geweld bemint, die haat Hij.

6. Hij regent op de goddelozen vurige kolen en zwavel,schroeiende wind is het deel van hun beker.

7. Want de Here is rechtvaardigen Hij heeft gerechtigheid lief;de oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen.