NBG-vertaling 1951

Openbaring 22:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam.

2. Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren.

3. En niets vervloekts zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren,

4. en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn.

5. En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here God zal hen verlichten en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden.