NBG-vertaling 1951

Numeri 4:26-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

26. de gordijnen van de voorhof en het voorhangsel van de ingang van de poort van de voorhof, die bij de tabernakel en het altaar rondom is, met de bijbehorende touwen en al hun dienstgereedschap en alles wat daaraan te doen is, daarbij zullen zij dienst doen.

27. Naar het bevel van Aäron en zijn zonen zal de gehele dienst der Gersonieten verricht worden, bij al hun dragen en bij al hun dienen; gij zult hun als taak aanwijzen alles wat zij moeten dragen.

28. Dit is de dienst van de geslachten der Gersonieten aan de tent der samenkomst en hun taak onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron.

29. Wat de Merarieten betreft, hen zult gij tellen naar hun geslachten en families;

30. van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud zult gij hen tellen, ieder, die dienstplichtig is om de arbeid te verrichten aan de tent der samenkomst.

31. En dit is hun taak in het dragen, wat betreft al hun dienst aan de tent der samenkomst: de planken van de tabernakel, zijn balken, zijn pilaren, zijn voetstukken,

32. de pilaren van de voorhof rondom met de voetstukken, de pinnen en de touwen, al het bijbehorende gereedschap en alles wat daaraan te doen is; en bij name zult gij het gereedschap noemen, dat zij moeten dragen.

33. Dit is de dienst van de geslachten der Merarieten naar al hun dienst aan de tent der samenkomst, onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron.