NBG-vertaling 1951

Numeri 4:15-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

15. Als Aäron en zijn zonen bij het opbreken van de legerplaats gereed zijn met het bedekken van het heilige en al het heilige gerei, dan zullen daarna de Kehatieten binnengaan om het te dragen; zij zullen echter het heilige niet aanraken, want dan zouden zij sterven. Dit is hetgeen de Kehatieten aan de tent der samenkomst te dragen hebben.

16. En Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heeft het toezicht op de olie voor het licht, het welriekend reukwerk, het dagelijkse spijsoffer en de zalfolie; hij heeft het toezicht op de gehele tabernakel en alles wat daarin is, zowel het heilige als zijn gerei.

17. En de Here sprak tot Mozes en Aäron:

18. Laat de stam van de geslachten der Kehatieten niet uitgeroeid worden uit de Levieten.

19. Maar dit zult gij voor hen doen, opdat zij blijven leven en niet sterven, wanneer zij de allerheiligste dingen naderen. Aäron en zijn zonen zullen naar binnen gaan en hun een plaats aanwijzen, ieder bij hetgeen hij te doen of te dragen heeft.

20. Maar zij zullen niet naar binnen gaan, zodat zij het heilige ook maar voor een ogenblik zien, want dan zouden zij sterven.

21. En de Here sprak tot Mozes: